donderdag 20 september 2012

Brabo’s (5); ons, onze & onzen

En dan is er in het brabo’s natuurlijk ‘ons’, zoals in ‘ons moeder’ en ‘ons Toos’. En voor de mannelijke tak ‘onze Jan’ en ‘onzen Harry’. Die -n verschijnt wanneer het bezittelijk (of een bijvoeglijk naamwoord) gevolgd wordt door een mannelijk woord dat begint met een klinker, b,d,t of h. Ook in andere zuidelijke gewesten behoort dit grammaticale verschijnsel tot het taaleigen.

Ons Toos, mijn oudste zus. Als kind dacht ik dat wij ‘ons’ gebruikten om aan te geven dat ze écht van ons was. Bijvoorbeeld om haar te onderscheiden van Toos-van-ome-Jan of tante Toos. Zo van ‘Laat er geen misverstand over bestaan, we hebben het over óns Toos, en niet over iemand anders’. Wie weet, speelt die gedachte mee. Allereerst wordt ‘ons’ in het brabo’s gebruikt om een familierelatie aan te geven. ‘Ons Toos’ is mijn zus. Of mijn dochter.


De aanwezigheid van die tweede opties veronderstelt wat voorkennis bij de gesprekspartner(s) met wie ik het over Toos heb. Zij weten bijvoorbeeld al dat het mijn zus is, of dat geen dochter heb. Om dat laatste te versterken: Toos staat als doopnaam al en poosje niet in de top-10. Had ik het gehad over ‘ons Anouk, Catheleijne, Katja of Miranda’, dan was een vader-dochterverband mogelijk geweest. En wie twijfelt, vraagt gewoon even hoe de takken aan de boom zitten. De interpretatie van ‘ons’ levert in het gebruik nauwelijks problemen op.

Nou, dat laatste is niet geheel waar. Ik heb er zelf wat moeite mee in het speciale geval dat ik het over mijn pa of ma heb in het bijzijn van een der zusjes. Buiten het ‘ons-gebied’, welteverstaan. Kijk, daar is ‘ons Toos’ is nog te omschrijven als ‘onze zus Toos’. Een vervanging door van ‘ons pa’ door ‘haar en mijn vader’, of ‘die pa van ons’ krijg ik niet over mijn lippen. Evenmin het alternatief ‘mijn vader’, want dan is het net of ik in het gezelschap van sprekers mijn aanwezige zusje uitschakel. ‘Ons pa of ma’ is een ouder van ons allebei. Dus gebruik ik dat dan ook, gevolgd door ‘zoals wij dat zeggen’. Waarna vaak een begrijpende en/of herkennende glimlach volgt.

‘Ons pa en (ons) ma’ ligt de brabo’s in de mond bestorven. We nemen het gemakkelijk mee naar het Algemeen Nederlands. Het is ook ‘ons pa’ en ‘ons vader’, hoewel volgens de regel ‘onze pa of onze vader’ zou moeten zijn. Je hoort het wel, en het is verwarrend daar ‘onze vader’ meteen leidt tot ‘die in de hemel zijt’. ‘Ons pa’ en ‘ons vader’ dus. Of in de snelheid: ‘’spa’, ‘’sma’, ‘’soma’, ‘’sopa’ en ‘’sToos’.

 

 

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten