zondag 21 oktober 2012

Ware passie

Tijdens ons verblijf hier op de Azoren, is Nederland steeds verder weg op mijn mentale kaart geraakt. Daartoe is alle reden: de letterlijke afstand van vier uur vliegen, twee uur tijdsverschil en vooral de aandacht die de subtropische omgeving vraagt. Ik loop hier de hele dag vol verwondering en uiteraard heel nieuwsgierig over het eiland. Misschien moet ik geheel in de tijdsgeest die niet in te tomen nieuwsgierigheid 'mijn passie' noemen. Dan heb ik er ook een, zeg maar.

São Miguel doet me denken aan Tenerife, terwijl de natuur hier het hele jaar door uitbundig groen blijft is en er slechts op bescheiden schaal sprake is van toerisme. Vlak voor ons vertrek citeerde mijn vrouw: ‘Dankzij de afwezigheid van strand en zonzekerheid zijn de Azoren het lot van de costas bespaard gebleven’. Overigens lijkt het Spaans, is het Portugees en noemt zich 'Azoriaans'. Er valt veel te ontdekken, waarbij ook dit keer de reis naar buiten een reis naar binnen is.

Vandaag, zaterdag 13 oktober zijn we in de hoofdstad Ponta Delgada. Met de lijndienst, die in de stad iets weg kreeg van een achtbaan. Het is 11.00 uur broeierig warm, 26°C met regen op komst.

Bij het VVV krijgen we de suggestie voor een stadswandeling. Ponta Delgada is een havenstad die als een lappendeken in elkaar geflanst lijkt. We gaan op zoek naar de krenten in de pap.

We beginnen met de overdekte markt voor groente, vlees en vis. Vandaar gaat het richting het 'bellevue' bij de hooggelegen kerk van de Moeder Gods. Daar ziet mijn vrouw op de trapmuur een tekst waarin haar het woord Brederode opvalt. ‘Onze’ Brederode, van ‘De klucht van de koe’ en ‘Spaansen Brabander’? Dat wordt napluizen.

De volgende bestemming wordt de botanische tuin ‘Jardim José do Canto’ op eeuwenoude familiegrond. Imposante bomen.

In een scherpe zon op zoek naar een plek om te lunchen, vinden we een aantrekkelijk restaurant. Het heet Alcides, voorheen Atlantico; al 50 jaar van dezelfde eigenaar. Binnen is het aangenaam, met op dat moment alleen Portugese gasten.

We kiezen regionale gerechten: kaas met jam, gebakken lever en stokvis. En witte wijn, Frei Gigante van het eiland Pico, waar Frei Pedro Gigante aan het eind van de 15de eeuw een begin zou hebben gemaakt met de wijnbouw.
Het dessert is bavarois van maracudá: passievrucht. De hele week al eten we maracudá-joghurt, drinken we frisse maracudá-limonade en nu is er dan ook een toetje van. Als digestief vraag ik om een likeur. En wat denk je: ook gemaakt van de passievrucht. Ik krijg dit drankje van het huis.

's Avonds google ik op de Portugese Brederode. Die blijken er heel wat te zijn. 'Gewone' en adellijke, in Brazilië en Portugal. Die van dat opschrift bij het godshuis, blijkt in 1815 als militair gouverneur betrokken bij werkzaamheden aan de heuvel van de kerk Mãe de Deus. Deze bestuurder heet José Teixeira Homem de Brederode. 'Heer van Brederode'.

Ik sprokkel woorden bij elkaar voor de vertaling van de tekst. Het lijkt wel of er ook gedateerde vormen in voorkomen. Zo kan 'els' het huidige pesoonlijke voornaamwoord 'eles' zijn: 'zij' meervoud. Tenslotte vraag ik de hulp van het meisje achter de hotelbalie. Na enig gepuzzel lijkt de boodschap dat 'nadat Brederode gesproken had, het volk verheugd begon te applaudisseren'.

Voor wie het onderzoek naar familienamen een 'ware passie' vormt: over hoe de naam overstak naar Portugal blijkt een boek te bestaan met als titel 'Brederode: da Holanda a Portugal.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten