dinsdag 25 april 2017

Geert aan de triptiek

Hoe gaat het verder met De Bruijns 'Theotokos rules the matrix' (werktitel)? Dat was de vraag die mijn voorgaande blog afsloot. Genoemd schilderij is een van de eerste werken waarmee of waarin de kunstenaar de traditioneel masculiene katholieke kerk wil 'ontmannelijken'. Dat daarbij de Bossche St.-Janskathedraal een rol speelt, lijkt bijna voor de hand te liggen.

Tijdens mijn bezoek op maandag 24 april aan zijn atelier in Vught zie ik dat eerdergenoemde 'doek' er nog ongewijzigd bij staat. Wel blijkt er hard gewerkt te zijn aan twee nieuwe drieluiken. Een daarvan staat al in de 'grondverf', om die beeldspraak in deze context te gebruiken.

Het drie- en veelluik was in de 15de en 16de eeuw een veelgekozen vorm voor het weergeven van religieuze voorstellingen. Veelal ging daarvoor alleen de schilder aan het werk. Bekend uit die tijd zijn nog steeds Hans Memlings 'Het laatste Oordeel' en 'De aanbidding van het Lam Gods', gemaakt door de gebroeders Van Eyck. Uiteraard hoort ook Bosch’ ‘Tuin der Lusten’ in deze topnotering thuis. Daarnaast zijn er talloze 'cross-overs', waarvan heel wat stuks in serieproductie, door vaak anonieme schilders en houtsnijders vervaardigd. Antwerpen, Mechelen en Brussel waren in die tijd goed voor duizenden van dit soort altaarstukken die hun weg vonden door heel Europa. Het voor Nederland (vanwege de Beeldenstorm) unieke Passieretabel (Antwerpen ca. 1500) uit de Bossche St.-Jan is daarvan een voorbeeld.

In Geerts nog naamloze triptiek komt de plattegrond van de Bossche kathedraal terug in de beide zijpanelen. Het middenpaneel lijkt gedomineerd te gaan worden door iets anders. Hoe krijgt de 'ontmannelijking' van het religieuze instituut vorm in dit werk? De Bruijn: 'Door de vrouw midden in de kerk te plaatsen'.

Werken van kunstenaars komen dikwijls voor de eerste keer ‘buiten’ wanneer ze in een galerie of vergelijkbare plek voor het publiek te zien zijn. Ze zijn dan af: rijp om genoten te worden door anderen. Minder gebruikelijk is het om buitenstaanders al tijdens het wordingsproces mee te laten kijken.

Voor liefhebbers van literatuur kan het een choquerende ervaring zijn wanneer zij het oorspronkelijke manuscript van een gewaardeerd boek uit het tijdperk van pen en papier zien. Zeker wanneer de bladen waarmee de zetter aan het werk ging, vol blijken te staan met doorhalingen, verbeteringen, aanvullingen. ‘Had dat niet in één keer goed gekund dan?’ Nee dus. Waarom zou dat ook?

Overigens is het ambacht van kunstenaar net zo romantisch als dat van een manager. Of verkoper van hypotheken. Door ons nu mee te laten kijken op deze pagina, prikt Geert de mythe door van de hokuspokus waarmee de ontstaansgeschiedenis van boek, schilderij of muziekstuk omgeven kan worden.

Triptieken vonden vaak hun weg naar kerken en kloosters. Het lijkt me een bijna revolutionaire gedachte om de triptiek die op dit moment vorm krijgt in Vught, op enig moment in een katholiek gebedshuis te zien hangen. Reëler lijkt me een plek in de Lambertus, kerk van de protestantse gemeente in Vught, als onderdeel van een volgende expositie op die plek van Geert de Bruijns werk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten